Signaalwoorden zijn onmisbaar

4 min lezen

Handen af van die signaalwoorden

Wie ‘Schrijven is schrappen’ zegt, schrapt al snel signaalwoorden. Tenminste, als je talloze blogschrijvers moet geloven. Ik snap daar niets van. Signaalwoorden zijn namelijk ontzettend belangrijk, je moet ze alleen op de juiste manier gebruiken.

Net als punten en komma’s maken signaalwoorden de lezer iets duidelijk. Bijvoorbeeld: dit is een voorbeeld, dit is een vergelijking en dit is een opsomming. Signaalwoorden worden daarom ook wel structuuraanduiders of verbindingswoorden genoemd. Toch sneuvelen veel van deze verbinders al in de eerste correctieronde.

Signaalwoorden zijn onmisbaar

Signaal-woorden zijn onmisbaar

Vraagtekens uitgeknipt op rood en wit
Vraagtekens uitgeknipt op rood en wit

Drie veelgehoorde redenen daarvoor zijn:

  1. Signaalwoorden zijn overbodig

  2. Signaalwoorden maken mijn zinnen te lang

  3. Signaalwoorden maken mijn zinnen ingewikkeld

Allemaal niet waar! Of liever: makkelijk op te lossen.

Blog · 4 min lezen

Zeven soorten signaalwoorden

Eerst moeten we helder hebben wat een signaalwoord precies is. Simpel gezegd toont een signaalwoord dat twee (of meer) delen van een zin bij elkaar horen. Vergelijk het met de lijm van een sticker: zonder die lijm moet je zelf meer moeite doen. Volgens Onze Taal zijn er zeven categorieën signaalwoorden:

  1. Opsomming
    Ten eerste, allereerst, bovendien, ook, ten slotte, etc.

  2. Tegenstelling
    Maar, hoewel, tenzij, toch, integendeel, ener-/anderzijds, etc.

  3. Vergelijking
    Zo, net zo, zie ook, of, vergelijk, dezelfde, etc.

  4. Voorbeeld
    Bijvoorbeeld, zoals, stel dat, ter illustratie, denk aan, etc.

  5. Argumentatie
    Omdat, doordat, zodat, want, immers, namelijk, trouwens, etc.

  6. tijdsverloop
    Eerst, terwijl, vervolgens, zodra, als, nadat, daarna, etc.

  7. Conclusie
    Dus, kortom, met andere woorden, hieruit blijkt, al met al, etc.

De term ‘signaalwoord’ is een beetje misleidend, omdat het niet altijd één woord is. Blijft het vaag? Geen zorgen. In deze blog zijn (bijna) alle signaalwoorden groen, zodat ik je veel voorbeelden geef.

Nu, tijd om orde op zaken te stellen!

1. Signaalwoorden zijn overbodig

Vergelijk deze zinnen eens:

  1. Zodra we naar buiten lopen gaat de telefoon, maar dat hoor ik niet omdat het hard regent.
    .

  2. We lopen naar buiten. De telefoon gaat. Ik hoor het niet. Het regent hard.

Bord waarop staat: no entry entrance only
Bord waarop staat: no entry entrance only

In de eerste zin wordt meteen duidelijk dat het personage de telefoon niet hoort overgaan, omdat het hard regent terwijl ze naar buiten lopen. In de tweede zin moet de lezer die link zelf leggen. Dat is niet fout, maar je hebt voor tekstinterpretatie een bepaald leesniveau nodig.

De alarmerende verslagen over het lage leesniveau in Nederland vliegen ons om de oren, dus een signaalwoord of twee is geen overbodige luxe. Bovendien leest de tweede zin natuurlijk voor geen meter.

2. Signaalwoorden maken mijn zinnen te lang

Tja, misschien. Neem deze zin:

'Maar terwijl oma weliswaar geen chocolade meer eet, eet ze nog veel frituur.'

Soms gebruiken mensen veel woorden om weinig te zeggen. Herkenbaar? Schrap dan alle signaalwoorden en plaats alleen de noodzakelijke terug:

  1. Oma eet geen chocolade meer, ze eet veel frituur.
    .

  2. Oma eet geen chocolade meer, maar ze eet nog veel frituur.

Het verband tussen de chocolade en de frituur wordt in de eerste zin niet duidelijk. In de tweede zin begrijp je dat oma haar dieet probeert te verbeteren, maar daar niet helemaal in slaagt.

3. Signaalwoorden maken mijn tekst ingewikkeld

Wederom: tja, misschien. Komt dat echt door de signaalwoorden? Of gebruik je misschien te moeilijke woorden en maak je tangconstructies?

Moeilijke woorden

Elke taal heeft moeilijke en makkelijke woorden. Signaalwoorden zoals mits, tenzij, wellicht en desalniettemin zijn minder geschikt voor een brede doelgroep. Als je voor een brede doelgroep schrijft, moet je namelijk rekening houden met lezers op B1-niveau. Dat is het meest voorkomende taalniveau in Nederland. Op B1-niveau gebruik je alledaagse woorden, maak je korte zinnen en pas je een actieve schrijfstijl toe. Ga naar op ishetb1.nl als je twijfelt over het leesniveau van een woord.

🆘 Onderwijl de lunch genuttigd wordt, is het café gesloten.

Tijdens de lunch is het café gesloten.

Tangconstructies

Als woorden of zinsdelen die bij elkaar horen niet bij elkaar staan, dan heet dat een tangconstructie. Klinkt ingewikkeld, maar dat is het niet. Let op:

🆘 Het café is tijdens de lunch van 12.30 tot 13.00 uur gesloten.

✅ Het café is gesloten tijdens de lunch, van 12.30 tot 13.00 uur.

Uitzonderingen

Oké, oké. Sommige copy is sterker zonder signaalwoorden. Bijvoorbeeld op een poster langs de weg, die tekst moet in een oogopslag te lezen zijn en bestaat daarom vaak uit een korte zin:

Oneliners

Dit soort copy wordt ook wel een oneliner of slagzin genoemd. Ze hebben een ding met elkaar gemeen: er wordt niets uitgelegd. Er wordt niet gezegd hoe je zorgeloos je vakantie boekt of waarom je in hemelsnaam hardop 'Ik ben Bob' moet zeggen. Omdat de context of de afzender geen uitleg nodig heeft, maakt dat niet uit. De ‘Bob zijn’ hoort al sinds 1995 bij een succesvolle campagne tegen rijden onder invloed. Het begrip is inmiddels zo bekend dat zelfs kinderen weten wat ermee wordt bedoeld.

  • Zorgeloos je vakantie boeken – Corendon

  • Vaarwel blauwe envelop – Belastingdienst

  • Ben je Bob? Zeg het hardop! – Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Dus...

Signaalwoorden zijn hartstikke nuttig, mits je ze op de juiste manier gebruikt. Houd het vlot en doe vooral niet moeilijk. Zit je nu huilend naar je woordaantal te staren? Laten we dan een bakkie doen.